Spraak

Articulatie

Binnen de praktijk zien wij veel (jonge) kinderen met spraakproblemen en afwijkend mondgedrag. Maar ook op oudere leeftijd kan men problemen ervaren met het spreken.
Spraakproblemen op latere leeftijd kunnen ontstaan bij o.a. neurologische aandoeningen (beroerte/infarct/ongeval, hersentumor, …), gebitsaanpassingen en/of een beugel, dialect of meertaligheid.
De problemen kunnen bijvoorbeeld bestaan uit binnensmonds spreken, een te hoog spreektempo, te zachte en/of hese stem, slecht verstaanbaar spreken, slissen.

Met gerichte oefeningen wordt gewerkt aan het verbeteren van de uitspraak en verstaanbaarheid.

Dysartrie

Dysartrie is een spraakstoornis die wordt veroorzaakt door een beschadiging van het zenuwstelsel. Hierdoor werken de spieren die nodig zijn voor het ademen, de stemgeving en de uitspraak onvoldoende. De communicatie bij mensen met dysartrie is verstoord, omdat ze moeilijk te verstaan zijn. Dit kan komen door een onduidelijke uitspraak, een te zachte en/of hese stem, eentonig of nasaal (door de neus) spreken of een combinatie hiervan.

Stotteren

Op alle leeftijden kunnen mensen geconfronteerd worden met problemen op het gebied van de vloeiendheid en ritme van het spreken. Onze begeleiding start met het zorgvuldig in kaart brengen van de kenmerken van de persoon, de omgeving en het spreken.
Stotteren kan met begeleiding verminderen. Maar ‘volledig vloeiend spreken’ is niet voor iedereen weggelegd. Hoe langer het stotteren bestaat, hoe kleiner de kans op volledig herstel.
Het is belangrijk om samen met de logopedist in te schatten of vloeiend spreken reëel is en om de juiste keuze voor begeleiding te maken.

Broddelen

Broddelen is te herkennen aan de niet-vloeiende of aritmische, moeilijk verstaanbare spraak. Er is vaak sprake van een slappe uitspraak en een hoog spreektempo. Woorden worden ineen geschoven, bijvoorbeeld ‘tevisie’ in plaats van ’televisie’. Ook komen moeilijkheden met het formuleren van gedachten voor, zowel mondeling als schriftelijk. Broddelen verstoort de communicatie. De luisteraar zal de persoon die broddelt vaak slecht verstaan en reageren met: “Wat zeg je?”. De spreker merkt soms wel dat er iets mis is met zijn spreken, maar hij weet niet precies wat. Broddelen kan samengaan met hyperactiviteit en een slechte concentratie. Door de herhalingen van woorden en klanken lijkt het broddelen soms op stotteren. Een verschil met stotteren is dat de broddelaar zijn herhalingen en de onduidelijkheden in het spreken niet opmerkt, de stotteraar meestal wel.

Behandeling bij dementie en afasie

Bij behandeling van spraakstoornissen bij dementie en afasie richten wij ons op de communicatie tussen patiënt en omgeving. Wij geven voorlichting en adviezen aan familie en omgeving. Daarbij is de behandeling gericht op de individuele problematiek. Vaak worden er oefeningen gedaan om het begrijpen, spreken, lezen en schrijven te verbeteren. Ook kan er een communicatie-advies worden opgesteld zodat de omgeving weet waar deze op kan letten.

Het resultaat van de behandeling is afhankelijk van vele factoren en is daarom moeilijk voorspelbaar. Onderzoek en de behandeling van afasie worden vergoed door de ziektekostenverzekeraars, na verwijzing door huisarts of medisch specialist.

Voor meer informatie, zie

www.hersenstichting.nl 

www.alzheimer-ned.nl